Op een totaal van bijna 3 miljoen aflossingsvrije hypotheken is dit aantal volgens de toezichthouder "te overzien". Maar de huishoudens in kwestie moeten waarschijnlijk hun huis verkopen. En een deel blijft mogelijk achter met een restschuld, wijst onderzoek van de AFM uit.

De studie betreft een verdieping van eerder onderzoek naar de financiële kwetsbaarheid van huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek. Ongeveer de helft van de Nederlandse hypotheekschuld is aflossingsvrij. Veel van deze hypotheken lopen rond 2035 af. Huizenbezitters moeten dan hun lening aflossen of opnieuw afsluiten.

Dit moment kan samenvallen met een lager inkomen of pensioen en hogere hypotheeklasten omdat mensen dan geen recht meer hebben op hypotheekrenteaftrek, geeft de financiële waakhond aan. Een deel van hen zal daarom niet zomaar in aanmerking komen voor een nieuwe hypotheek.

Sinds enige tijd geven hypotheekverstrekkers en financieel adviseurs klanten die een risico lopen, al inzicht in hoe zij dit soort problemen kunnen voorkomen. Het overgrote deel van hen heeft nog tien jaar of langer voordat de hypotheek afloopt. Zij kunnen bijvoorbeeld sneller hun schulden aflossen of sparen. Maar dit is niet altijd realistisch, waarschuwt de AFM. Dit komt omdat het vaak gaat om huishoudens met lage inkomens. Banken zouden voor deze huishoudens daarom moeten kijken naar maatwerkoplossingen.

De AFM stelt dat ongeveer 157.000 huishoudens onvoldoende financiële middelen hebben als zij straks hun aflossingsvrije hypotheek opnieuw willen financieren met een aflosbare variant. Ongeveer de helft hiervan lukt dat zelfs niet als zij hun schuld voor een deel aflossingsvrij ‘doorrollen’. Deze groep van 78.000 huizenbezitters loopt daarom een "ernstig herfinancieringsrisico".

Hoeveel huishoudens uiteindelijk zullen achterblijven met een restschuld na de gedwongen verkoop van hun woning is nu nog lastig te voorspellen. Dat is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de huizenprijzen, zegt de AFM. Deze lopen de laatste tijd flink op. Bezien op basis van de huidige langetermijnramingen gaat het waarschijnlijk om zo'n 18.000 huishoudens.

In het onderzoek is ook gekeken of het aantal probleemgevallen toeneemt als gevolg van een recessie, hypotheekrentestijging en een scherpe daling van de huizenprijzen. Bij een recessie of rentestijging neemt de groep van 78.000 waarschijnlijk in omvang toe richting de 110.000 en kan de groep met een restschuldrisico ruim verdubbelen naar ongeveer 44.000. Bij een zeer diepe en langdurige economische crisis loopt die laatste groep zelfs op tot circa 147.000.

Bron : Nu.nl